Al ruim 5000 jaar is het gebied rondom Vasse, Mander en Ulsen bewoond. In de prehistorie, de bronstijd en de ijzertijd, was er een levendige gemeenschap. Landschap Overijssel deed onderzoek naar deze periode. Hoe zag het landschap er toen uit en wat kan je er nu nog van zien?
De stuwwal van Ootmarsum blijkt al jaren een goede plek om te wonen. Op deze zandrug is het droog in een periode waarop Nederland uit veel moeras bestaat. In de bronstijd en de ijzertijd, tussen 3000 voor Christus en 200 na Christus, woont er een levendige gemeenschap. Dat blijkt uit het grote aantal grafheuvels, lijksilhouetten en raatakkers die er door de jaren heen gevonden zijn.
Hoogtekaart
Landschap Overijssel deed een overzichtsstudie naar al het archeologisch materiaal dat door de jaren heen verzameld is. Er werd geproken met experts en er werden archieven en depots onderzocht. Op basis bestaande kaarten maakte ergfoedspecialist Martijn Horst een nieuwe overzichtskaart waarin het prehistorische landschap nog duidelijker zichtbaar werd. Daarin was het belangrijk om de Nederlands-Duitse grens weg te halen, want die was er destijds nog niet.
“Door dit onderzoek proberen we zo dicht mogelijk bij de mensen uit de prehistorie te komen. Geografisch dichtbij, maar waar we zo weinig van weten.”
Urnheuvels
Met een aangepaste hoogtekaart wordt nog meer duidelijk welk hoogterelief er door de mens is gemaakt. Zo blijkt dat er naast de vele grafheuvels veel kleinere heuvels te liggen. Dit zijn urnheuveltjes waarin urnen met as begraven werden. De aangepaste hoogtekaart laat tevens negen, voorheen nog niet ontdekte, grafheuvels zien.
Grafheuvellijn
Doordat het hele Nederlands-Duitse gebied in kaart is gebracht, wordt er duidelijk dat er tussen het Nederlandse Reutem en het Duitse Wilsum wel tweehonderd grafheuvels liggen over een lijn van twaalf kilometer. Waarom ze in een lijn liggen was een vraag. “We dachten dat het misschien met de zonnewende te maken had. Uiteindelijk blijkt het dat ze langs een weg hebben gelegen", legt archeoloog en projectmedewerker Celeste Alink uit. “Door locaties van de grafheuvels in combinatie met de raatakkers is duidelijk te zien waar destijds de dorpen en wegen lagen.”
Raatakkers
Erfgoedspecialist Martijn Horst: "Raatakkers zijn kleine vierkante akkers van ongeveer 30 meter bij 30 meter groot. Het was een nieuw landbouwsysteem uit de ijzertijd. Ze liggen naast elkaar met om elke akker een walletje. Hierdoor krijg je vanuit de lucht een honingraat motief.” Op de raatakkers werden ‘ouderwetse’ graangewassen zoals emmertarwe en eenkoren verbouwd, maar ook peulvruchten en kool. Door de hoogtekaart waren er ook walletjes te zien die nog niet eerder ontdekt zijn. Op een oude akker zijn raatakkers gereconstrueerd en ingezaaid. "Zo kunnen we beleven hoe mensen leefden in de ijzertijd."